Glutenvrije desem starter

Ingrediënten:
  • Glutenvrij meel
  • Lauw/warm water
  • Glazen pot
  • Lepel

Je kan hiervoor ieder soort meel gebruiken, als het maar niet te grof is. Voor een glutenvrij brood kan je bijvoorbeeld boekweit-, teff-,quinoa-, (glutenvrije)haver- of gierstmeel gebruiken.

Erg belangrijk: Zorg dat je pot goed schoon is, zodat er geen ongewenste bacteriën of schimmels bijkomen die je desemstarter kunnen verpesten.

Dag 1

Doe 2 eetlepels meel en 2 eetlepel water in de glazen pot. Roer nu goed, zodat het ongeveer zo dik wordt als Griekse yoghurt. Als hij te droog of te korrelig is, kan je  er nog wat extra water bij doen. Het ene meelsoort heeft wat meer water nodig dan het andere. Doe de deksel losjes op de pot zodat er nog wat lucht bij kan. Zet nu de pot weg (op kamertemperatuur).

Dag 2

Doe er weer 2 eetlepels meel bij en nu 3 eetlepels water. Goed mengen en deksel weer losjes op de pot.

Dag 3

Het begint nu al iets zurig te ruiken en ik zie ook wat bubbelactiviteit!

Nogmaals 2 eetlepels meel erbij en 4 eetlepels water. Weer goed roeren en wegzetten.

Dag 4

Laat de melkzuur bacteriën lekker smullen van nog meer meel en water.

Voeg 3 eetlepels meel en 3 eetlepels water toe aan het mengsel en roeren maar.

Dag 5

Het begint een feestje te worden in de pot!

Beloon ze nu met 4 eetlepels meel en 6 eetlepels water.

Dag 6

De melkzuurbacteriën zijn echt hard aan het werk, dat kan je zien aan de vele bubbeltjes. Dit zijn de ‘koolzuurgasscheetjes’ de ze aan het laten zijn.

Voeg niets meer toe, alleen maar even roeren en ze complimenten voor hun harde werk ;-). Zet de pot weg voor de volgende dag….spannend

Dag 7

Het is klaar!!! Je desem starter is nu moederdeeg geworden. Je kan het beste er op tijd mee aan de slag gaan, want ook het brood heeft wat tijd nodig om te rijzen. Klik hier als je wilt weten hoe je een desembrood moet maken.

Het vraagt wat geduld. Het is een natuurlijk proces en is afhankelijk van de (temperatuurs- en voedingsbodem)omstandigheden hoe actief de melkzuurbacteriën zijn. Met de volgende test kan je kijken of je desemstarter goed gelukt is:

Neem een groot glas, vul deze met water en laat hier een lepeltje desem in vallen. Als het met een plons in het water valt en weer boven komt drijven, dan kun je aan de bak. Je desem is actief en klaar voor gebruik. Zakt het desemklompje vrijwel direct naar de bodem van het glas met water dan moet je nog wat geduld hebben. Herhaal een of twee keer het voeden/verversen van je desemstarter en doe daarna de ‘drijftest’ nog een keer. 

Je neus is de beste indicator! Desemstarter ruikt licht zurig, beetje naar yoghurt/gist. Dit is ook weer afhankelijk van welk meelsoort je gebruikt. Ruikt het heel sterk en stinkt het, dan was je pot waarschijnlijk niet schoon genoeg of is er een andere schimmeltje of bacterie bijgekomen. Helaas zal je dan opnieuw moeten beginnen.

Reageren is niet mogelijk